Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 15
Er zijn 18 woorden bevattend met PIJKERTspijkert —— spijkertje —— bijspijkert spijkert␣bij spijkertjes verspijkert —— spijkert␣vast vastspijkert —— dichtspijkert kopspijkertje spijkert␣dicht —— duimspijkertje kopspijkertjes marlspijkertje voegspijkertje —— duimspijkertjes marlspijkertjes voegspijkertjes 31 definities gevonden- spijkert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van spijkeren.
- spijkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spijker.
- bijspijkert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspijkeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspijkeren.
- spijkert␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspijkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspijkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijspijkeren.
- spijkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spijker.
- verspijkert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspijkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspijkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verspijkeren.
- spijkert␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspijkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspijkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastspijkeren.
- vastspijkert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspijkeren.
- dichtspijkert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- kopspijkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kopspijker.
- spijkert␣dicht — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtspijkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtspijkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtspijkeren.
- duimspijkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord duimspijker.
- kopspijkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kopspijker.
- marlspijkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord marlspijker.
- voegspijkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voegspijker.
- duimspijkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord duimspijker.
- marlspijkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord marlspijker.
- voegspijkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voegspijker.
|