Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een negende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 13
Er zijn 16 woorden bevattend met PLANTTENplantten —— beplantten inplantten omplantten plantten␣in plantten␣om —— aanplantten herplantten ontplantten plantten␣aan plantte␣neer plantten␣uit uitplantten verplantten —— plantten␣voort voortplantten 17 definities gevonden- plantten — w. Meervoud verleden tijd van planten.
- beplantten — w. Meervoud verleden tijd van beplanten.
- inplantten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inplanten.
- omplantten — w. Meervoud verleden tijd van omplanten. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van omplanten.
- plantten␣in — w. Meervoud verleden tijd van inplanten.
- plantten␣om — w. Meervoud verleden tijd van omplanten.
- aanplantten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanplanten.
- herplantten — w. Meervoud verleden tijd van herplanten.
- ontplantten — w. Meervoud verleden tijd van ontplanten.
- plantten␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanplanten.
- plantte␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerplanten.
- plantten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitplanten.
- uitplantten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitplanten.
- verplantten — w. Meervoud verleden tijd van verplanten.
- plantten␣voort — w. Meervoud verleden tijd van voortplanten.
- voortplantten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voortplanten.
|