|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met RUTbrutaal frutjes frutsel gepruts grutjes grutten grutter grutto's Irarutu prutjes prutoog prutsen prutser prutste pruttel Rutgers trutjes trutten truttig 33 definities gevonden- brutaal — bijv. (Verouderd) beestachtig. — bijv. Geen respect hebbend voor iets of iemand, onbeschoft, lomp. — bijv. (Figuurlijk) vrij in het uiten van zijn gemoed, vrijpostig.
- frutjes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord frutje.
- frutsel — n. Een overbodige toevoeging of versiering van weinig waarde. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frutselen. — w. Gebiedende wijs van frutselen.
- gepruts — n. Het aanhoudend prutsen en de resultaten van dit geklungel en geknoei.
- grutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grut. — tuss. Bastaardvloek die lichte schrik uitdrukt.
- grutten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grut. — n. (Voeding) mengsel van gebroken graankorrels. Er zijn grutten… — w. Inergatief grutten maken.
- grutter — n. (Beroep) kruidenier. — n. Zeer bekrompen, kleinzielig persoon.
- grutto's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grutto.
- Irarutu — n. (Taal) een taal die in Indonesië gesproken wordt.
- prutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord prut.
- prutoog — n. (Medisch) oog waar pus uitstroomt. — n. Iemand met een oogontsteking.
- prutsen — w. Inergatief een vak zonder voldoende kennis of vaardigheid uitoefenen… — w. Inergatiefknutselen.
- prutser — n. Iemand die slecht werk levert.
- prutste — w. Enkelvoud verleden tijd van prutsen.
- pruttel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pruttelen. — w. Gebiedende wijs van pruttelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pruttelen.
- Rutgers — eig. Genitief van Rutger.
- trutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord trut.
- trutten — w. Inergatief treuzelen, talmen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trut. — w. Meervoud verleden tijd van trutten.
- truttig — bijv. Stijf van kleding, gedrag e.d, benepen, burgerlijk vooral…
Zie deze lijst voor:
| |