|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11 12 13 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met RUFMaldivische␣rufiyaa Maldivische␣rufiyaas nooddruft nooddruften nooddruftig ruft ruften ruftend ruftende ruftte ruftten truffeer truffeerde truffeerden truffeert truffel truffels truffeltje truffeltjes trufferen trufferend zomertruffel zomertruffels 33 definities gevonden- Maldivische␣rufiyaa — n. (Valutanaam) munteenheid van de Maldiven met de ISO 4217-code: MVR.
- Maldivische␣rufiyaas — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Maldivische rufiyaa.
- nooddruft — n. (Formeel) gebrek aan het meest elementaire, armoede.
- nooddruften — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nooddruft.
- nooddruftig — bijv. (Formeel) behoeftig, berooid, arm. — bijv. In grote nood verkerend voor voeding, kleding en huisvesting.
- ruft — n. (Spreektaal) (harde) scheet, wind. — n. (In Noord-Nederlandse dial.) luier, rift. — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van ruften#gebiedende wijs van ruften.
- ruften — w. Inergatief (pejoratief) een wind laten. — w. Onpersoonlijk onaangenaam ruiken, rieken.
- ruftend — w. Onvoltooid deelwoord van ruften.
- ruftende — w. Verbogen vorm van ruftend, het onvoltooid deelwoord van ruften.
- ruftte — w. Enkelvoud verleden tijd van ruften. — w. Onpersoonlijke verleden tijd van ruften.
- ruftten — w. Meervoud verleden tijd van ruften.
- truffeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trufferen. — w. Gebiedende wijs van trufferen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trufferen.
- truffeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van trufferen.
- truffeerden — w. Meervoud verleden tijd van trufferen.
- truffeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trufferen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trufferen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van trufferen.
- truffel — n. Tuber, een zwam die onder de grond op de wortels van bomen groeit. — n. Een in cacao-poeder gewenteld balletje chocoladeschuim.
- truffels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord truffel.
- truffeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord truffel.
- truffeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord truffel.
- trufferen — w. (Voeding) (kookkunst) met truffels bereiden.
- trufferend — w. Onvoltooid deelwoord van trufferen.
- zomertruffel — n. (Schimmels) Tuber aestivum truffel die in de zomer rijp is.
- zomertruffels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zomertruffel.
Zie deze lijst voor:
| |