|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van tien letters bevattend met RESIdiëresisje fresiaatje heresiarch presideert presidente presideren presidiums resideerde residenten residentes residentie residerend residuutje resignatie resigneert resigneren 25 definities gevonden- diëresisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diëresis.
- fresiaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fresia.
- heresiarch — n. (Religie) iemand die een leidende rol speelt in een ketterse beweging. — n. Aartsketter.
- presideert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presideren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presideren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van presideren.
- presidente — n. Vrouw die de functie of rol van voorzitter vervuld. — n. (Regering) vrouw die staatshoofd van een republiek is.
- presideren — w. Het beoefenen van de functie van voorzitter.
- presidiums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord presidium.
- resideerde — w. Enkelvoud verleden tijd van resideren.
- residenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord resident.
- residentes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord residente.
- residentie — n. Verblijfplaats (van een staatshoofd). — n. Ambtsgebied van een rooms-katholieke geestelijke. — n. Ambtsgebied van een resident in het vroegere Nederlands-Indië.
- residerend — w. Onvoltooid deelwoord van resideren.
- residuutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord residu.
- resignatie — n. Het afzien (van een verlangen), berusting, gelatenheid.
- resigneert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van resigneren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van resigneren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van resigneren.
- resigneren — w. Afstand doen van een functie. — w. Schenken, geven, berusten, accepteren.
Zie deze lijst voor:
| |