Lijst met woorden van 9 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met RAMM

aframmelt  bekrammen  bigrammen  drammende  drammerig  grammaire  grammetje -grammetje  krammetje  prammetje  programma  rammeiden  rammeiend  rammelaar  rammelden  rammelend  rammeling  rammelkar  rammelt␣af  rammeltje  rammertje  rammetjes Rammetjes  schrammen  trammetje

36 definities gevonden

• aframmelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen.
• bekrammen — w. (Waterbeheer) dijken met strowerk bedekken.
• bigrammen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bigram.
• drammende — w. Verbogen vorm van drammend, het onvoltooid deelwoord van drammen.
• drammerig — bijv. Dwingerig.
• grammaire — n. (Taalkunde) beschrijving van het geheel van regels en principes…
• grammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gram.
• -grammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord -gram.
• krammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kram.
• prammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pram.
• programma — n. (Informatica) applicatie voor de computer. — n. Aantal activiteiten voor een bepaalde tijd. — n. (Media) uitzending op radio of televisie.
• rammeiden — w. Meervoud verleden tijd van rammeien.
• rammeiend — w. Onvoltooid deelwoord van rammeien.
• rammelaar — n. (Dierkunde) mannetje van een dier uit de familie der Haasachtigen… — n. Een speeltuig voor baby’s, m.b. een hol voorwerp waarin zich… — n. Babbelaar, tateraar; praatziek persoon.
• rammelden — w. Meervoud verleden tijd van rammelen.
• rammelend — w. Onvoltooid deelwoord van rammelen. — bijv. Van een geluid gemaakt door zaken die niet goed vastzitten of liggen. — bijv. Van iets dat het van slechte kwaliteit is; van iets dat…
• rammeling — n. Pak slaag.
• rammelkar — n. Gammel voertuig op wielen. — n. (Suriname) zelfgemaakte speelgoedwagen.
• rammelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aframmelen.
• rammeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rammel.
• rammertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rammer.
• rammetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ram.
• Rammetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord Ram.
• schrammen — w. Een schaafwond oplopen; een schaafwond veroorzaken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schram.
• trammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tram.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 35 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 39 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: 146 woorden
• Duits WikiWoordenboek: 77 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.