|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 25 woorden bevattend met RILIcaprilinezuur gesteriliseerd matrilineair patrilineair Serili sterilisatie sterilisaties sterilisatietje sterilisatietjes sterilisator sterilisatoren sterilisators sterilisatortje sterilisatortjes steriliseer steriliseerde steriliseerden steriliseert steriliseren steriliserend steriliserende steriliteit steriliteiten viriliteit viriliteiten 34 definities gevonden- caprilinezuur — n. (Scheikunde) een verzadigd carbonzuur met de formule CH3(CH…
- gesteriliseerd — bijv. (Voeding), (medisch) zo bewerkt dat alle ziektekiemen zijn gedood. — bijv. (Biologie) zo bewerkt dat er geen leven meer in zit. — bijv. (Medisch), (dierkunde) zo behandeld dat voortbrengen van…
- matrilineair — bijv. Volgens een verwantschap waarbij de afstamming in de vrouwelijke…
- patrilineair — bijv. Volgens een verwantschap waarbij de afstamming in de mannelijke…
- Serili — n. (Toponiem) dorpje op het Zuid-Molukse eiland Marsela in Indonesië. — n. (Taal) Austronesische taal, gesproken door ongeveer 300 mensen…
- sterilisatie — n. (Medisch) een handeling waarmee alle ziektekiemen worden gedood. — n. (Medisch) het onvruchtbaar maken, onvruchtbaarmaking.
- sterilisaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterilisatie.
- sterilisatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sterilisatie.
- sterilisatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sterilisatie.
- sterilisator — n. Toestel om mee te steriliseren (micro-organismen en kiemen doden).
- sterilisatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterilisator.
- sterilisators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterilisator.
- sterilisatortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sterilisator.
- sterilisatortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sterilisator.
- steriliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steriliseren. — w. Gebiedende wijs van steriliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steriliseren.
- steriliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van steriliseren.
- steriliseerden — w. Meervoud verleden tijd van steriliseren.
- steriliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steriliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steriliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van steriliseren.
- steriliseren — w. Overgankelijk, (medisch) gericht doden van micro-organismen… — w. Overgankelijk, (medisch) onvruchtbaar maken.
- steriliserend — w. Onvoltooid deelwoord van steriliseren.
- steriliserende — w. Verbogen vorm van steriliserend, het onvoltooid deelwoord van steriliseren.
- steriliteit — n. (Medisch) onvruchtbaarheid.
- steriliteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord steriliteit.
- viriliteit — n. Het viriel zijn, de mannelijkheid, dapperheid, manlijkheid…
- viriliteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord viriliteit.
Zie deze lijst voor:
| |