Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18 20
Er zijn 25 woorden bevattend met RSEIdoorsein doorseinde doorseinden doorseinen doorseinend doorseinende doorseint Flinderseiland Gelderse␣IJssel paarseizoen paarseizoenen paarseizoentje paarseizoentjes theaterseizoen theaterseizoenen vaarseizoen vaarseizoenen wereldbekerseizoen wereldbekerseizoenen wielerseizoen wielerseizoenen winterseizoen winterseizoenen zomerseizoen zomerseizoenen 28 definities gevonden- doorsein — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorseinen.
- doorseinde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorseinen.
- doorseinden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorseinen.
- doorseinen — w. Overgankelijk naar een volgend kantoor seinen.
- doorseinend — w. Onvoltooid deelwoord van doorseinen.
- doorseinende — w. Verbogen vorm van doorseinend, het onvoltooid deelwoord van doorseinen.
- doorseint — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorseinen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorseinen.
- Flinderseiland — eig. (Toponiem: eiland) een Australisch eiland in de Straat Bass…
- Gelderse␣IJssel — eig. (Toponiem: rivier) de IJssel, een rivier in Gelderland en Overijssel.
- paarseizoen — n. (Dierkunde) (seksualiteit) seizoen waarin de dieren gaan paren.
- paarseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paarseizoen.
- paarseizoentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paarseizoen.
- paarseizoentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord paarseizoen.
- theaterseizoen — n. Jaarlijkse periode dat theatervoorstellingen worden uitgevoerd.
- theaterseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord theaterseizoen.
- vaarseizoen — n. (Geschiedenis) periode van het jaar waarin de overheersende… — n. Periode van het jaar waarin volgens dienstregeling wordt gevaren. — n. Deel van het jaar met naar verhouding veel pleziervaart.
- vaarseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vaarseizoen.
- wereldbekerseizoen — n. (Sport) deel van het jaar dat er wedstrijden om de wereldbeker…
- wereldbekerseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wereldbekerseizoen.
- wielerseizoen — n. (Sport) de periode van het jaar waarin wielerwedstrijden verreden worden.
- wielerseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wielerseizoen.
- winterseizoen — n. E periode van het jaar dat het heel koud is.
- winterseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winterseizoen.
- zomerseizoen — n. (Tijdrekening) warmste deel van het jaar.
- zomerseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zomerseizoen.
Zie deze lijst voor:
|