|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden bevattend met RSIScursist —— cursiste —— catharsis cursisten cursistes cursistje —— cursistjes oud-cursist persisteer persistens persistent —— medecursist persisteert persisteren —— catharsissen oud-cursisten persisteerde persistentie persisterend —— medecursisten medecursistje persisteerden persisterende —— medecursistjes 30 definities gevonden- cursist — n. (Onderwijs) iemand die een cursus volgt.
- cursiste — n. Vrouwelijke deelneemster aan een cursus.
- catharsis — n. Het schoonmaken van iets, iets opruimen. — n. Plotseling en op heftige manier vinden van een oplossing voor…
- cursisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord cursist.
- cursistes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord cursiste.
- cursistje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord cursist.
- cursistjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord cursist.
- oud-cursist — n. Voormalig cursist.
- persisteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persisteren. — w. Gebiedende wijs van persisteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persisteren.
- persistens — bijv. (Medisch) persisterend, blijvend, aanhoudend, hardnekkig.
- persistent — bijv. Blijvend, volhardend.
- medecursist — n. (Onderwijs) een leerling waarmee je samen een cursus volgt.
- persisteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persisteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persisteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van persisteren.
- persisteren — w. Inergatief volharden.
- catharsissen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord catharsis.
- oud-cursisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oud-cursist.
- persisteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van persisteren.
- persistentie — n. Volharding. — n. (Scheikunde) moeilijk afbreekbaar.
- persisterend — w. Onvoltooid deelwoord van persisteren.
- medecursisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord medecursist.
- medecursistje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord medecursist.
- persisteerden — w. Meervoud verleden tijd van persisteren.
- persisterende — w. Verbogen vorm van persisterend, het onvoltooid deelwoord van persisteren.
- medecursistjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord medecursist.
Zie deze lijst voor:
| |