Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden bevattend met RAAKLraak␣los —— raaklijn —— braakland braakloop spraakles wraaklust —— braaklopen raaklijnen spraakleer —— braaklanden braakloopje raaklijntje spraakleren wraaklusten wraaklustig —— braakliggend braakloopjes raaklijntjes spraakleraar spraaklessen —— spraakleertje spraakleraars spraakleraren —— spraakleertjes 28 definities gevonden- raak␣los — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losraken. — w. Gebiedende wijs van losraken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losraken.
- raaklijn — n. De rechte lijn die in het raakpunt dezelfde richting heeft… — n. Punten van overeenkomst.
- braakland — n. Land dat met ongebruikt laat; braakliggende akker.
- braakloop — n. Cholera en andere ziekten die gepaard gaan met heftig braken en diarrhee.
- spraakles — n. Training om (beter) te leren spreken.
- wraaklust — n. Zin om zich te wreken.
- braaklopen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord braakloop.
- raaklijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord raaklijn.
- spraakleer — n. Een stelsel van regelmatigheden die optreden in een taal.
- braaklanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord braakland.
- braakloopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord braakloop.
- raaklijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord raaklijn.
- spraakleren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakleer.
- wraaklusten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wraaklust.
- wraaklustig — bijv. De neiging hebben om iemand iets te vergelden.
- braakliggend — bijv. Niet gebruikt. — bijv. Niet onderzocht.
- braakloopjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord braakloop.
- raaklijntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord raaklijn.
- spraakleraar — n. (Onderwijs) (beroep) paramedicus die spraakles geeft.
- spraaklessen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakles.
- spraakleertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spraakleer.
- spraakleraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakleraar.
- spraakleraren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakleraar.
- spraakleertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakleer.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 1 woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|