|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 16 woorden bevattend met RBIJZverbijzonder verbijzonderde verbijzonderden verbijzonderen verbijzonderend verbijzonderende verbijzondering verbijzonderingen verbijzondert voorbijzag voorbijzagen voorbijzie voorbijzien voorbijziend voorbijziende voorbijziet 22 definities gevonden- verbijzonder — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbijzonderen. — w. Gebiedende wijs van verbijzonderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- verbijzonderde — w. Enkelvoud verleden tijd van verbijzonderen.
- verbijzonderden — w. Meervoud verleden tijd van verbijzonderen.
- verbijzonderen — w. Overgankelijk tot iets bijzonders (afzonderlijks) maken.
- verbijzonderend — w. Onvoltooid deelwoord van verbijzonderen.
- verbijzonderende — w. Verbogen vorm van verbijzonderend, het onvoltooid deelwoord…
- verbijzondering — n. Het speciaal maken, het afwijkend maken.
- verbijzonderingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verbijzondering.
- verbijzondert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbijzonderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbijzonderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbijzonderen.
- voorbijzag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbijzien.
- voorbijzagen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbijzien.
- voorbijzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- voorbijzien — w. Ergens langs kijken zonder het op te merken, veronachtzamen.
- voorbijziend — w. Onvoltooid deelwoord van voorbijzien.
- voorbijziende — w. Verbogen vorm van voorbijziend, het onvoltooid deelwoord van voorbijzien.
- voorbijziet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien.
| |