Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat78910111213141618


Er zijn 23 woorden bevattend met RLEEF

doorleefdoorleefdedoorleefdendoorleeftherleefherleefdeherleefdenherleeftkalenderleeftijdkalenderleeftijdenkinderleeftijdkinderleeftijdenoverleefoverleefbaaroverleefdeoverleefdenoverleefsteroverleefstersoverleeftvoorleefvoorleefdevoorleefdenvoorleeft

37 definities gevonden

  • doorleef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. Gebiedende wijs van doorleven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven.
  • doorleefde — w. Enkelvoud verleden tijd van doorleven.
  • doorleefden — w. Meervoud verleden tijd van doorleven.
  • doorleeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorleven.
  • herleef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleven. — w. Gebiedende wijs van herleven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleven.
  • herleefde — w. Enkelvoud verleden tijd van herleven.
  • herleefden — w. Meervoud verleden tijd van herleven.
  • herleeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van herleven.
  • kalenderleeftijd — n. Leeftijd van iemand volgens de officiële tijdrekening.
  • kalenderleeftijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kalenderleeftijd.
  • kinderleeftijd — n. De leeftijd van een kind, jonger dan 18 jaar.
  • kinderleeftijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kinderleeftijd.
  • overleef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleven. — w. Gebiedende wijs van overleven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleven.
  • overleefbaar — bijv. Van iets dat je er niet noodzakelijk aan dood gaat.
  • overleefde — w. Enkelvoud verleden tijd van overleven. — w. Verbogen vorm van overleefd, voltooid deelwoord van overleven.
  • overleefden — w. Meervoud verleden tijd van overleven.
  • overleefster — n. Vrouw die zeer bedreigende situaties doorstaat.
  • overleefsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overleefster.
  • overleeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overleven.
  • voorleef — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven.
  • voorleefde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorleven.
  • voorleefden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorleven.
  • voorleeft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.