Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat91011121314


Er zijn 21 woorden bevattend met RPRAA

bakerpraatbakerpraatjebakerpraatjesbuurpraatjebuurpraatjesdoorpraatdoorpraattedoorpraattenlasterpraatlasterpraatjelasterpraatjesleuterpraatleuterpraatjeleuterpraatjesverpraatteverpraattenvoorpraatvoorpraattevoorpraattenweerpraatjeweerpraatjes

26 definities gevonden

  • bakerpraat — n. Onwetenschappelijke praatjes.
  • bakerpraatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bakerpraat.
  • bakerpraatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bakerpraat.
  • buurpraatje — n. Gemoedelijk gesprek zoals tussen bewoners van bij elkaar gelegen woningen. — n. (Geschiedenis) type pamflet waarin een zogenaamd gesprek tussen…
  • buurpraatjes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord buurpraatje.
  • doorpraat — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpraten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpraten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpraten.
  • doorpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorpraten.
  • doorpraatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorpraten.
  • lasterpraat — n. Vertelsel waarin men slechte dingen over iemand zegt zonder…
  • lasterpraatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lasterpraat.
  • lasterpraatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lasterpraat.
  • leuterpraat — n. Onzinnig gepraat, nonsens, gezwam.
  • leuterpraatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord leuterpraat.
  • leuterpraatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord leuterpraat.
  • verpraatte — w. Enkelvoud verleden tijd van verpraten.
  • verpraatten — w. Meervoud verleden tijd van verpraten.
  • voorpraat — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorpraten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorpraten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorpraten.
  • voorpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorpraten.
  • voorpraatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorpraten.
  • weerpraatje — n. (Meteorologie) het vertellen door de weerman wat voor weer het gaat worden.
  • weerpraatjes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord weerpraatje.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.