Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met RAATTEaanpraatte afpraatten bepraatten bestraatte bijpraatte inpraatten meepraatte napraatten ompraatten ontgraatte praatte␣aan praatte␣bij praatte␣mee praatten␣af praatten␣in praatten␣na praatten␣om praatte␣uit praatte␣vol praatte␣weg uitpraatte verpraatte volpraatte wegpraatte 24 definities gevonden- aanpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanpraten.
- afpraatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afpraten.
- bepraatten — w. Meervoud verleden tijd van bepraten.
- bestraatte — w. Enkelvoud verleden tijd van bestraten.
- bijpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijpraten.
- inpraatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inpraten.
- meepraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meepraten.
- napraatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van napraten.
- ompraatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van ompraten.
- ontgraatte — w. Enkelvoud verleden tijd van ontgraten.
- praatte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanpraten.
- praatte␣bij — w. Enkelvoud verleden tijd van bijpraten.
- praatte␣mee — w. Enkelvoud verleden tijd van meepraten.
- praatten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afpraten.
- praatten␣in — w. Meervoud verleden tijd van inpraten.
- praatten␣na — w. Meervoud verleden tijd van napraten.
- praatten␣om — w. Meervoud verleden tijd van ompraten.
- praatte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitpraten.
- praatte␣vol — w. Enkelvoud verleden tijd van volpraten.
- praatte␣weg — w. Enkelvoud verleden tijd van wegpraten.
- uitpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitpraten.
- verpraatte — w. Enkelvoud verleden tijd van verpraten.
- volpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van volpraten.
- wegpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wegpraten.
|