Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden bevattend met REDICApredicaat —— predicaten predicatie —— predicaatje predicatief predicatiën predicaties —— predicaatjes —— boetpredicatie —— boetpredicaties predicaatsnomen predicaatswoord —— predicaatsnomina predicatenlogica —— predicaatswoorden predicaatswoordje —— predicaatsbepaling predicaatswoordjes —— predicaatsadjectief —— predicaatsbepalingen predicaatsbepalinkje —— predicaatsadjectiefje predicaatsadjectieven predicaatsbepalinkjes predicaatssubstantief 29 definities gevonden- predicaat — n. Kenmerkende benaming. — n. (Pregnant) eretitel of loffelijke bijvoeging. — n. (Grammatica) gezegde.
- predicaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaat.
- predicatie — n. (Religie) toespraak door een voorganger om een bepaald geloof uit te dragen. — n. (Figuurlijk) vermanende toespraak.
- predicaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord predicaat.
- predicatief — bijv. (Taalkunde) als naamwoordelijk deel van het gezegde.
- predicatiën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicatie.
- predicaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicatie.
- predicaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaat.
- boetpredicatie — n. (Religie) preek waarin gelovigen wordt voorgehouden welke verkeerde… — n. (Figuurlijk) dreigende vermaning.
- boetpredicaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boetpredicatie.
- predicaatsnomen — n. (Grammatica) naamwoordelijk deel van het gezegde.
- predicaatswoord — n. Woord dat als naamwoordelijk deel van het gezegde of als predicaatsbepaling…
- predicaatsnomina — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaatsnomen.
- predicatenlogica — n. (Wiskunde) logica waarin expliciet predicaten voorkomen, waarmee…
- predicaatswoorden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaatswoord.
- predicaatswoordje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord predicaatswoord.
- predicaatsbepaling — n. (Grammatica) bepaling die iets zegt over het naamwoordelijk…
- predicaatswoordjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaatswoord.
- predicaatsadjectief — n. (Grammatica) bijvoeglijk naamwoord dat dienst doet als naamwoordelijk…
- predicaatsbepalingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaatsbepaling.
- predicaatsbepalinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord predicaatsbepaling.
- predicaatsadjectiefje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord predicaatsadjectief.
- predicaatsadjectieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaatsadjectief.
- predicaatsbepalinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord predicaatsbepaling.
- predicaatssubstantief — n. (Grammatica) zelfstandig naamwoord dat dienst doet als naamwoordelijk…
Zie deze lijst voor:
|