Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 13 14
Er zijn 14 woorden bevattend met REEKTAbreekt␣af preekt␣af —— breekt␣aan preekt␣aan spreekt␣af —— spreektaal spreekt␣aan streektaal —— spreektalen streektalen —— spreektaaltje streektaaltje —— spreektaaltjes streektaaltjes 28 definities gevonden- breekt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbreken.
- preekt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpreken.
- breekt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanbreken.
- preekt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanpreken.
- spreekt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspreken.
- spreektaal — n. De taal die men bij het gewone spreken gebruikt.
- spreekt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanspreken.
- streektaal — n. (Taalkunde) één of meer taalvariëteiten die in een bepaald… — n. (Taalkunde) één of meer taalvariëteiten van de overheid dit… — n. (Taalkunde) dialect.
- spreektalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spreektaal.
- streektalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord streektaal.
- spreektaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spreektaal.
- streektaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord streektaal.
- spreektaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spreektaal.
- streektaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord streektaal.
|