|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 25 woorden bevattend met RRIJDEoverrijde verrijden —— doorrijden overrijden verrijdend voorrijden voorrijder —— doorrijdend motorrijden motorrijder omverrijden overrijdend verrijdende voorrijdend voorrijders —— doorrijdende motorrijdend motorrijders omverrijdend overrijdende voorrijdende —— motorrijdende omverrijdende —— motorrijdertje —— motorrijdertjes 31 definities gevonden- overrijde — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van overrijden.
- verrijden — w. Overgankelijk door rijden verplaatsen.
- doorrijden — w. Ergatief voortgaan met rijden; niet stoppen. — w. Sneller rijden. — w. Door een voorwerp heen rijden.
- overrijden — w. Overgankelijk met de wielen van een voertuig over iets of iemand heen rijden. — w. Ergatief een brug of grens rijdend passeren.
- verrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van verrijden.
- voorrijden — w. Onovergankelijk vooraan rijden. — w. Overgankelijk voor de deur komen met een voertuig.
- voorrijder — n. (Paardrijden) iemand die op het voorste paard zit van een groep… — n. (Wielrennen) iemand die op het voorste zadel van een tandem zit. — n. (Wielrennen) iemand die een groep fietsers lijdt.
- doorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van doorrijden.
- motorrijden — w. Rijden op een motorfiets.
- motorrijder — n. Berijder van een motorfiets.
- omverrijden — w. Overgankelijk door ertegenaan te rijden omgooien.
- overrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van overrijden.
- verrijdende — w. Verbogen vorm van verrijdend, het onvoltooid deelwoord van verrijden.
- voorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van voorrijden.
- voorrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorrijder.
- doorrijdende — w. Verbogen vorm van doorrijdend, het onvoltooid deelwoord van doorrijden.
- motorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van motorrijden.
- motorrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord motorrijder.
- omverrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van omverrijden.
- overrijdende — w. Verbogen vorm van overrijdend, het onvoltooid deelwoord van overrijden.
- voorrijdende — w. Verbogen vorm van voorrijdend, het onvoltooid deelwoord van voorrijden.
- motorrijdende — w. Verbogen vorm van motorrijdend, het onvoltooid deelwoord van motorrijden.
- omverrijdende — w. Verbogen vorm van omverrijdend, het onvoltooid deelwoord van omverrijden.
- motorrijdertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord motorrijder.
- motorrijdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord motorrijder.
| |