Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 13 woorden bevattend met RSLAAPdoorslaap doorslaapt overslaap overslaapt rechterslaap verslaap verslaapt winterslaap winterslaapje winterslaapjes zomerslaap zomerslaapje zomerslaapjes 23 definities gevonden- doorslaap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen.
- doorslaapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen.
- overslaap — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen. — w. Gebiedende wijs van overslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen.
- overslaapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overslapen.
- rechterslaap — n. Zijvlak van het hoofd tussen rechteroog en rechteroor.
- verslaap — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen. — w. Gebiedende wijs van verslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen.
- verslaapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verslapen.
- winterslaap — n. (Fysiologie) een toestand van hypothermie en inactiviteit bij… — n. (Fysiologie) een toestand van inactiviteit bij sommige organismen.
- winterslaapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winterslaap.
- winterslaapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord winterslaap.
- zomerslaap — n. Periode van inactiviteit in de zomermaanden.
- zomerslaapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zomerslaap.
- zomerslaapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zomerslaap.
|