Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16 20
Er zijn 24 woorden bevattend met RWINTEdoorwinter doorwinterde doorwinterden doorwinteren doorwinterend doorwinterende doorwintert hongerwinter Hongerwinter hongerwinters overwinter overwinteraar overwinteraars overwinterde overwinterden overwinteren overwinterend overwinterende overwintering overwinteringen overwinteringsplaats overwinterinkje overwinterinkjes overwintert 36 definities gevonden- doorwinter — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. Gebiedende wijs van doorwinteren.
- doorwinterde — w. Enkelvoud verleden tijd van doorwinteren. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorwinteren.
- doorwinterden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorwinteren. — w. Meervoud verleden tijd van doorwinteren.
- doorwinteren — w. Aan de winter blootstellen. — w. Ervaren. — w. De winter doorkomen; overwinteren.
- doorwinterend — w. Onvoltooid deelwoord van doorwinteren.
- doorwinterende — w. Verbogen vorm van doorwinterend, het onvoltooid deelwoord van doorwinteren.
- doorwintert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren.
- hongerwinter — n. Een winter waarin op grote schaal honger wordt geleden zoals…
- Hongerwinter — eig. De winter van 1944-45 in het westen van Nederland.
- hongerwinters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hongerwinter.
- overwinter — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. Gebiedende wijs van overwinteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren.
- overwinteraar — n. Iemand die gedurende de winter in een warmer gebied blijft.
- overwinteraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwinteraar.
- overwinterde — w. Enkelvoud verleden tijd van overwinteren.
- overwinterden — w. Meervoud verleden tijd van overwinteren.
- overwinteren — w. Inergatief de winter op een bepaalde plaats doorbrengen.
- overwinterend — w. Onvoltooid deelwoord van overwinteren.
- overwinterende — w. Verbogen vorm van overwinterend, het onvoltooid deelwoord van overwinteren.
- overwintering — n. Het doorkomen van van het koudste jaargetijde.
- overwinteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwintering.
- overwinteringsplaats — n. Plaats om te overwinteren.
- overwinterinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overwintering.
- overwinterinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overwintering.
- overwintert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overwinteren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 11 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 27 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|