Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 17 18 19
Er zijn 22 woorden bevattend met RIKKELDgeprikkeld geprikkeldheid prikkelde prikkelden prikkeldraad prikkeldraadhek prikkeldraadhekje prikkeldraadhekjes prikkeldraadhekken prikkeldraadje prikkeldraadjes prikkeldraden schrikkeldag schrikkeldagen schrikkeldagjarige schrikkeldagjarigen schrikkeldagje schrikkeldagjes schrikkelde schrikkelden wrikkelde wrikkelden 23 definities gevonden- geprikkeld — bijv. Boos omdat men zich ergens aan ergert.
- geprikkeldheid — n. De mate waarin iemand geïrriteerd is of raakt.
- prikkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van prikkelen.
- prikkelden — w. Meervoud verleden tijd van prikkelen.
- prikkeldraad — n. O materiaal bestaande uit een dubbele, in elkaar gedraaide… — n. M een draad bestaande uit [1].
- prikkeldraadhek — n. Een hek gemaakt van staaldraad waarin scherpe pinnen zijn gevlochten.
- prikkeldraadhekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord prikkeldraadhek.
- prikkeldraadhekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord prikkeldraadhek.
- prikkeldraadhekken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord prikkeldraadhek.
- prikkeldraadje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord prikkeldraad.
- prikkeldraadjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord prikkeldraad.
- prikkeldraden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord prikkeldraad.
- schrikkeldag — n. Dag die in een schrikkeljaar wordt ingelast, de 29e februari…
- schrikkeldagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schrikkeldag.
- schrikkeldagjarige — n. Iemand die jarig is op 29 februari.
- schrikkeldagjarigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schrikkeldagjarige.
- schrikkeldagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schrikkeldag.
- schrikkeldagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schrikkeldag.
- schrikkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van schrikkelen.
- schrikkelden — w. Meervoud verleden tijd van schrikkelen.
- wrikkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van wrikkelen.
- wrikkelden — w. Meervoud verleden tijd van wrikkelen.
|