|
Lijst met woorden van 12 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van twaalf letters bevattend met SIMassimilanten assimilaties assimileerde assimilerend dissimilatie dissimileert dissimileren pessimistjes quadragesima sexagesimaal Simchat␣Thora Simches␣Toire simoniseerde simoniserend simplexhaken simpliciteit simplificeer simplistisch simulatortje versimpelden versimpelend versimpeling versimporten 30 definities gevonden- assimilanten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assimilant.
- assimilaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assimilatie.
- assimileerde — w. Enkelvoud verleden tijd van assimileren.
- assimilerend — w. Onvoltooid deelwoord van assimileren.
- dissimilatie — n. (Biologie) stofwisselingsreactie waarbij organisch weefsel… — n. (Taalkunde) verschijnsel dat van twee gelijke, kort op elkaar…
- dissimileert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissimileren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissimileren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dissimileren.
- dissimileren — w. (Biologie) organisch weefsel afbreken waardoor energie vrijkomt.
- pessimistjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pessimist.
- quadragesima — n. (Religie) de veertigdagentijd van de vasten tussen Aswoensdag en Pasen.
- sexagesimaal — bijv. Zestigtallig.
- Simchat␣Thora — n. (Religie), (Jiddisch-Hebreeuws) Vreugde der Wet, joodse feestdag…
- Simches␣Toire — n. (Jiddisch-Hebreeuws) feestdag op 23 tisjri, aan het eind van…
- simoniseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van simoniseren.
- simoniserend — w. Onvoltooid deelwoord van simoniseren.
- simplexhaken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord simplexhaak.
- simpliciteit — n. (Te) beperkt van gedachten of gevoel. — n. Eenvoudig in de zin van niet moeilijk.
- simplificeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simplificeren. — w. Gebiedende wijs van simplificeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simplificeren.
- simplistisch — bijv. (Te) eenvoudig; zo vereenvoudigd dat het niet meer waar is. — bijv. Eenvoudig.
- simulatortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord simulator.
- versimpelden — w. Meervoud verleden tijd van versimpelen.
- versimpelend — w. Onvoltooid deelwoord van versimpelen.
- versimpeling — n. Het eenvoudiger maken van iets.
- versimporten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord versimport.
Zie deze lijst voor:
| |