Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zeven letters bevattend met STIJafstijg bestijg festijn ijstijd instijg kastijd lestijd opstijf opstijg stijfde stijf␣op stijfte stijg␣af stijgen stijger stijg␣in stijg␣op stijlen stijven vistijd wastijd 36 definities gevonden- afstijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstijgen.
- bestijg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestijgen. — w. Gebiedende wijs van bestijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestijgen.
- festijn — n. Feest.
- ijstijd — n. (Glaciologie) een tijdperk waarin de gemiddelde temperatuur…
- instijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instijgen.
- kastijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kastijden. — w. Gebiedende wijs van kastijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kastijden.
- lestijd — n. (Onderwijs) het tijdstip van de les, de tijdsduur van een les.
- opstijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijven.
- opstijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijgen.
- stijfde — w. Enkelvoud verleden tijd van stijven.
- stijf␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijven. — w. Gebiedende wijs van opstijven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijven.
- stijfte — n. Het stijf zijn. — n. De mate waarin iets stijf is.
- stijg␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstijgen. — w. Gebiedende wijs van afstijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstijgen.
- stijgen — w. Ergatief naar boven gaan, toenemen.
- stijger — n. Iemand die vooruitgaat op de maatschappelijke ladder. — n. Iets dat omhoog gaat.
- stijg␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instijgen. — w. Gebiedende wijs van instijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instijgen.
- stijg␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijgen. — w. Gebiedende wijs van opstijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijgen.
- stijlen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stijl.
- stijven — w. Overgankelijk minder buigzaam maken (met stijfsel). — w. Overgankelijk (figuurlijk) door aanmoediging of financiële…
- vistijd — n. De tijd dat men kan en mag vissen.
- wastijd — n. De tijdsduur die nodig is voor het schoonmaken van weefsel.
|