Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van acht letters bevattend met SPITafspitte doorspit gaspitje gespitst haarspit hospita's hospites hospitia omspitte spit␣door spitsbek spitsend spitsjes spitsten spits␣toe spitsuur spitte␣af spittend spitte␣om spitters spitvork toespits 27 definities gevonden- afspitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afspitten.
- doorspit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten.
- gaspitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gaspit.
- gespitst — bijv. Extra veel aandacht hebbende voor een speciaal deel.
- haarspit — n. (Gereedschap) klein draagbaar aambeeld waarop men zeisen of…
- hospita's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hospita.
- hospites — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hospes.
- hospitia — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hospitium.
- omspitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omspitten.
- spit␣door — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten#gebiedende wijs…
- spitsbek — n. (Scheepvaart) een soort houten vrachtschip met een laadvermogen…
- spitsend — w. Onvoltooid deelwoord van spitsen.
- spitsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spits.
- spitsten — w. Meervoud verleden tijd van spitsen.
- spits␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespitsen. — w. Gebiedende wijs van toespitsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespitsen.
- spitsuur — n. (Verkeer) de tijd van de dag dat de drukte op de weg het grootst is. — n. Topdrukte.
- spitte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afspitten.
- spittend — w. Onvoltooid deelwoord van spitten.
- spitte␣om — w. Enkelvoud verleden tijd van omspitten.
- spitters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spitter.
- spitvork — n. Vork om te spitten lijkt op een mestvork.
- toespits — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespitsen.
Zie deze lijst voor:
|