|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 21
Er zijn 22 woorden bevattend met SALUeresaluten eresaluut eresaluutje eresaluutjes grijs␣aluminiumkleurig salueer salueerde salueerden salueert salueren saluerend saluerende saluretisch salut saluten saluut saluutje saluutjes saluutschot saluutschoten saluutschotje saluutschotjes 29 definities gevonden- eresaluten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eresaluut.
- eresaluut — n. Het in het openbaar iemand huldigen, bedanken of gedenken.
- eresaluutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eresaluut.
- eresaluutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord eresaluut.
- grijs␣aluminiumkleurig — n. (RAL-kleur) een kleur grijs met RAL-nummer 9007. — bijv. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur grijs, met RAL-nummer 9007.
- salueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van salueren. — w. Gebiedende wijs van salueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van salueren.
- salueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van salueren.
- salueerden — w. Meervoud verleden tijd van salueren.
- salueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van salueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van salueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van salueren.
- salueren — w. Overgankelijk iemand op militaire wijze groeten.
- saluerend — w. Onvoltooid deelwoord van salueren.
- saluerende — w. Verbogen vorm van saluerend, het onvoltooid deelwoord van salueren.
- saluretisch — bijv. (Medisch): met betrekking tot een zoutuitwasser.
- salut — tuss. (Formeel) het ga u goed (afscheidsgroet). — tuss. (Verouderd), (militair) of (formeel), groet ter verwelkoming. — tuss. (Verouderd) heilwens in de aanhef van een officieel bericht.
- saluten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord saluut.
- saluut — n. Een militaire groet.
- saluutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord saluut.
- saluutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord saluut.
- saluutschot — n. (Militair) kanonschot als eerbetoon.
- saluutschoten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord saluutschot.
- saluutschotje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord saluutschot.
- saluutschotjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord saluutschot.
Zie deze lijst voor:
| |