|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 18 19 21
Er zijn 25 woorden bevattend met SLERambtsleren dansleraar dansleraars dansleraren danslerares dansleraressen eerstegraadsleraar eerstegraadsleraars geschiedenisleraar geschiedenisleraars geschiedenisleraartje geschiedenisleraren geschiedenislerares geschiedenisleraresje heilsleren huisleraar huisleraars huisleraren kalfsleren schaapsleren transleren translerend translerende varkensleren wordingsleren 25 definities gevonden- ambtsleren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ambtsleer.
- dansleraar — n. (Dans), (onderwijs), (beroep) iemand die op een dansschool dansles geeft.
- dansleraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dansleraar.
- dansleraren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dansleraar.
- danslerares — n. (Beroep) vrouw die anderen leert hoe ze sierlijk of expressief…
- dansleraressen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord danslerares.
- eerstegraadsleraar — n. (Onderwijs) (beroep) iemand met een masteropleiding en een…
- eerstegraadsleraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eerstegraadsleraar.
- geschiedenisleraar — n. (Onderwijs) (beroep) een leraar die les geeft in de geschiedenis…
- geschiedenisleraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geschiedenisleraar.
- geschiedenisleraartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord geschiedenisleraar.
- geschiedenisleraren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geschiedenisleraar.
- geschiedenislerares — n. (Onderwijs) (beroep) een lerares die les geeft in de geschiedenis…
- geschiedenisleraresje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord geschiedenislerares.
- heilsleren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heilsleer.
- huisleraar — n. (Onderwijs) (beroep) iemand die in de privéwoning van een leerling…
- huisleraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huisleraar.
- huisleraren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huisleraar.
- kalfsleren — bijv. Gemaakt van de huid van een kalf.
- schaapsleren — bijv. Gemaakt van schaapsleer.
- transleren — w. Overgankelijk (wiskunde), (kristallografie) een schuivende beweging maken.
- translerend — w. Onvoltooid deelwoord van transleren.
- translerende — w. Verbogen vorm van translerend, het onvoltooid deelwoord van transleren.
- varkensleren — bijv. Van varkensleer vervaardigd.
- wordingsleren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wordingsleer.
Zie deze lijst voor:
| |