Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 15
Er zijn 25 woorden bevattend met SOLVabsolveer absolveerde absolveerden absolveert absolveren absolverend absolverende dissolvant dissolvanten insolvabel insolvent insolventie solvabel solvabiliteit solvabiliteiten solvens solvent solventie solventje solventjes solvents solvolyse solvolyses solvolysetje solvolysetjes 32 definities gevonden- absolveer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absolveren. — w. Gebiedende wijs van absolveren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absolveren.
- absolveerde — w. Enkelvoud verleden tijd van absolveren.
- absolveerden — w. Meervoud verleden tijd van absolveren.
- absolveert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absolveren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van absolveren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van absolveren.
- absolveren — w. Overgankelijk (rooms-katholicisme) zonden vergeven. — w. Overgankelijk (van tentamens) vrijstelling verlenen.
- absolverend — w. Onvoltooid deelwoord van absolveren.
- absolverende — w. Verbogen vorm van absolverend, het onvoltooid deelwoord van absolveren.
- dissolvant — n. Oplosmiddel. — n. Nagellakverwijderaar.
- dissolvanten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dissolvant.
- insolvabel — bijv. Niet kunnen betalen van financiële verplichtingen.
- insolvent — bijv. Niet in staat om aan de betalingsverplichtingen te voldoen.
- insolventie — n. Het onvermogen om aan financiële verplichtingen te voldoen.
- solvabel — bijv. (Financieel) tot betalen in staat.
- solvabiliteit — n. (Financieel) (economie) het vermogen om te betalen.
- solvabiliteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord solvabiliteit.
- solvens — n. (Medisch) oplossend geneesmiddel.
- solvent — n. (Scheikunde) oplosmiddel (vaak een agressieve stof). — bijv. (Financieel) in staat aan al zijn geldelijke verplichtingen…
- solventie — n. (Economie) het solvent zijn.
- solventje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord solvent.
- solventjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord solvent.
- solvents — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord solvent.
- solvolyse — n. (Scheikunde) chemische reactie tussen een verbinding en het…
- solvolyses — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord solvolyse.
- solvolysetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord solvolyse.
- solvolysetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord solvolyse.
Zie deze lijst voor:
|