Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14

Er zijn 22 woorden bevattend met SPUR

Dispur  eindspurt  eindspurten  eindspurtje  eindspurtjes  eindspurts  schijnspurrie  spurrie  spurt  spurten  spurtend  spurtende  spurter  spurters  spurtertje  spurtertjes  spurtje  spurtjes  spurts  spurtte  spurtten  verkeerspurper

28 definities gevonden

• Dispur — eig. (Toponiem) Hoofdstad van de Indiase deelstaat Assam.
• eindspurt — n. Een versnelling op het einde van een project om het te voltooien. — n. Een versnelling op het einde van een wedstrijd om de concurenten…
• eindspurten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eindspurt.
• eindspurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eindspurt.
• eindspurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord eindspurt.
• eindspurts — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eindspurt.
• schijnspurrie — n. (Plantkunde) Spergularia geslacht van planten uit de anjerfamilie…
• spurrie — n. (Plantkunde) Spergula geslacht van op muur gelijkende planten…
• spurt — n. Snelle vooruitgang door een extra inspanning gedurende een korte tijd. — n. (Sport) sterke tempoverhoging gedurende een korte tijd om in… — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van spurten#gebiedende wijs van spurten.
• spurten — w. Onovergankelijk korte tijd extra vaart maken. — w. Onovergankelijk (sport) in een race korte tijd het tempo sterk… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spurt.
• spurtend — w. Onvoltooid deelwoord van spurten.
• spurtende — w. Verbogen vorm van spurtend, het onvoltooid deelwoord van spurten.
• spurter — n. (Sport) iemand die goed kan sprinten.
• spurters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spurter.
• spurtertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spurter.
• spurtertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spurter.
• spurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spurt.
• spurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spurt.
• spurts — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spurt.
• spurtte — w. Enkelvoud verleden tijd van spurten.
• spurtten — w. Meervoud verleden tijd van spurten.
• verkeerspurper — n. (RAL-kleur) een kleur paars met RAL-nummer 4006. — bijv. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur paars, met RAL-nummer 4006.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 287 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 18 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 189 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: 90 woorden
• Duits WikiWoordenboek: 504 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: 14 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.