Lijst met woorden van 10 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met SLAAP

bijslaapje  doorslaapt  overslaapt  remslaapje  slaapapneu  slaapbedje  slaapbenen  slaapdozen  slaapkamer  slaapkleed  slaapkopje  slaapkuren  slaaplaken  slaapmatje  slaapritme  slaapsokje  slaapstand  slaapsters  slaapt␣door  slaaptrein  slaapwagen  slaapzakje  slaapzalen  zomerslaap

29 definities gevonden

• bijslaapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijslaap.
• doorslaapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen.
• overslaapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overslapen.
• remslaapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord remslaap.
• slaapapneu — n. (Medisch) kwaal waarbij de ademhaling af en toe stokt tijdens de slaap.
• slaapbedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapbed.
• slaapbenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapbeen.
• slaapdozen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapdoos.
• slaapkamer — n. (Bouwkunde) een kamer die gebruikt wordt om in te slapen.
• slaapkleed — n. Nachtjapon.
• slaapkopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapkop.
• slaapkuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapkuur.
• slaaplaken — n. (Huishouden) laken waarop of waaronder man kan slapen.
• slaapmatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapmat.
• slaapritme — n. Het patroon van het slapen, de regelmaat van het slapen.
• slaapsokje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapsok.
• slaapstand — n. Een ruststand, met laag energieverbruik, van een apparaat.
• slaapsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapster.
• slaapt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorslapen.
• slaaptrein — n. Trein met slaapwagons.
• slaapwagen — n. Spoorrijtuig met slaapplaatsen.
• slaapzakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slaapzak.
• slaapzalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapzaal.
• zomerslaap — n. Periode van inactiviteit in de zomermaanden.

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.