|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van elf letters bevattend met SPRAAaanspraakje afspraakjes beeldspraak grootspraak nieuwspraak rechtspraak ruggespraak samenspraak spraakchips spraakklank spraakkunst spraakleren spraakmaker spraakt␣door spraakt␣voor spraakt␣vrij spraakwater tegenspraak toespraakje tv-toespraak uitspraakje weerspraakt 24 definities gevonden- aanspraakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanspraak.
- afspraakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afspraak#verkleinwoord…
- beeldspraak — n. (Taalkunde) het uiten van een gedachte of begrip met beelden. — n. Een troop, een figuurlijke uitdrukking.
- grootspraak — n. Opschepperij, bluf, dikdoenerij, jezelf belangrijker maken dan je bent.
- nieuwspraak — n. (Pejoratief) sterk vereenvoudigd taalgebruik (’popi’) geïnspireerd…
- rechtspraak — n. (Juridisch) is het proces waarin door een rechter een oordeel…
- ruggespraak — n. Overleg tussen vertegenwoordigers en vertegenwoordigden.
- samenspraak — n. Het samenspreken, het gesprek tussen een aantal personen.
- spraakchips — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakchip.
- spraakklank — n. (Taalkunde) elk van de geluiden die men met de spraakorganen…
- spraakkunst — n. (Grammatica) een systeem van regels en principes voor het schrijven…
- spraakleren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spraakleer.
- spraakmaker — n. Iemand die een grote invloed heeft op waar en hoe men over zaken spreekt.
- spraakt␣door — w. Gij-vorm verleden tijd van doorspreken.
- spraakt␣voor — w. Gij-vorm verleden tijd van voorspreken.
- spraakt␣vrij — w. Gij-vorm verleden tijd van vrijspreken.
- spraakwater — n. (Schertsend) sterkedrank die de drinker ervan zeer spraakzaam maakt. — n. (Schertsend) vloeistof die bij het spreken wordt uitgestoten.
- tegenspraak — n. Tegenspreken, ontkennen.
- toespraakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord toespraak.
- tv-toespraak — n. Een toespraak die op televisie gehouden wordt.
- uitspraakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitspraak.
- weerspraakt — w. Gij-vorm verleden tijd van weerspreken.
| |