Lijst met woorden van 13 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van dertien letters bevattend met SLUITaaneensluiten aansluitdozen aansluitingen aansluitinkje afsluitdijken afsluitertjes afsluitinkjes Arbobesluiten bijsluitertje buitensluiten dagsluitingen dansluitingen dansluitinkje hekkensluiter knoopsluiting kortsluitende omsluitinkjes ontsluitingen sluiten␣aaneen sluiten␣buiten sluitfluitjes sluitingstijd sluitspiertje uitsluitingen zijsluitingen 27 definities gevonden- aaneensluiten — w. Absoluut dicht tegen elkaar aankomen. — w. Overgankelijk dicht met elkaar verbinden. — w. Wederkerend zich ~: zich verenigen.
- aansluitdozen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aansluitdoos.
- aansluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aansluiting.
- aansluitinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aansluiting.
- afsluitdijken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluitdijk.
- afsluitertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiter.
- afsluitinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiting.
- Arbobesluiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Arbobesluit.
- bijsluitertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijsluiter.
- buitensluiten — w. Overgankelijk niet binnen een bepaalde kring toelaten.
- dagsluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dagsluiting.
- dansluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dansluiting.
- dansluitinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dansluiting.
- hekkensluiter — n. De laatste van een aantal.
- knoopsluiting — n. (Kleding) een sluiting met een knoop en een knoopsgat.
- kortsluitende — w. Verbogen vorm van kortsluitend, het onvoltooid deelwoord van kortsluiten.
- omsluitinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord omsluiting.
- ontsluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ontsluiting.
- sluiten␣aaneen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aaneensluiten.
- sluiten␣buiten — w. Meervoud tegenwoordige tijd van buitensluiten.
- sluitfluitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sluitfluit.
- sluitingstijd — n. Het tijdstip dat een winkel, horecazaak gaat sluiten.
- sluitspiertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sluitspier.
- uitsluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitsluiting.
- zijsluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zijsluiting.
|