|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met SCHENafschenk beschenk Bosschen geschenk inschenk kirschen opschenk putschen schenden schender schendig schenk␣af schenkel schenken schenker schenk␣in schenk␣op schennen schenner schennis 35 definities gevonden- afschenk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschenken.
- beschenk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschenken. — w. Gebiedende wijs van beschenken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschenken.
- Bosschen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Bossche.
- geschenk — n. Iets dat men iemand geeft, meestal ter gelegenheid van een… — n. Iets dat men krijgt.
- inschenk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschenken.
- kirschen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kirsch.
- opschenk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschenken.
- putschen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord putsch.
- schenden — w. Overgankelijk iets niet in acht nemen. — w. Te schande maken. — w. Bederven, verderven, aantasten, beschadigen.
- schender — n. Iemand die schendt (bederft, verderft, aantast of beschadigt).
- schendig — bijv. Een beschadiging van de goede naam veroorzakend.
- schenk␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschenken. — w. Gebiedende wijs van afschenken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschenken.
- schenkel — n. (Anatomie) onderbeen bij de mens, tussen knie en voet. — n. (Zoötomie) onderste gedeelte van de (achter)poten bij viervoetigen… — n. (Scheepvaart) zwaar touw om een takel te verlengen.
- schenken — w. Ditransitief geven, cadeau doen; doneren. — w. Overgankelijk in een ander vat laten vloeien, overgieten.
- schenker — n. Iemand die iets cadeau geeft aan een ander. — n. Iemand die drank inschenkt.
- schenk␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschenken. — w. Gebiedende wijs van inschenken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschenken.
- schenk␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschenken. — w. Gebiedende wijs van opschenken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschenken.
- schennen — w. Overgankelijk schenden.
- schenner — n. Iemand die schent (of schendt).
- schennis — n. Inbreuk maken op, schending.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 14 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 10 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 184 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |