Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met SLAAPbeslaapt bijslaap inslaapt ontslaap remslaap slaapbed slaapbol slaapjes slaapkop slaapmat slaappak slaappil slaapsok slaapt␣in slaap␣uit slaapuur slaapwel slaapzak uitslaap verslaap 33 definities gevonden- beslaapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beslapen.
- bijslaap — n. Iemand waarmee je het bed deelt. — n. Geslachtsgemeenschap.
- inslaapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslapen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslapen.
- ontslaap — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontslapen. — w. Gebiedende wijs van ontslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontslapen.
- remslaap — n. (Biologie) een kenmerkende fase in de slaap van mens en (zoog-)…
- slaapbed — n. Bed waarin men kan slapen.
- slaapbol — n. (Plantkunde) (medisch) Papaver somniferum de Papaver somniferum. — n. (Voeding) vrucht van de plant.
- slaapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord slaap.
- slaapkop — n. Iemand die ongepast slaperig is.
- slaapmat — n. Een mat waarop geslapen kan worden.
- slaappak — n. (Kleding) (Suriname) gemakkelijk zittende hemd en broek die…
- slaappil — n. Medicament dat via de mond wordt ingenomen dat zorgt dat je in slaap valt.
- slaapsok — n. Een sok die je tijdens de slaap kunt dragen om de voeten warm te houden.
- slaapt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inslapen.
- slaap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen. — w. Gebiedende wijs van uitslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen.
- slaapuur — n. Het tijdstip dat men gaat slapen, of een uur slaaptijd.
- slaapwel — tuss. Een goede nachtrust gewenst.
- slaapzak — n. Een slaapzak wordt gevormd door een grote, doorstikte deken…
- uitslaap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen.
- verslaap — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen. — w. Gebiedende wijs van verslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen.
|