Lijst met woorden van 8 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  18  19  21

Er zijn 14 woorden van acht letters bevattend met SNOER

aansnoer  afsnoert  bidsnoer  insnoert  netsnoer  omsnoert  snoer␣aan  snoerden  snoerend  snoert␣af  snoert␣in  snoertje  snoert␣om  vissnoer

26 definities gevonden

• aansnoer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansnoeren.
• afsnoert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnoeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnoeren.
• bidsnoer — n. Een snoer met kralen als hulpmiddel bij het bidden.
• insnoert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insnoeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insnoeren.
• netsnoer — n. Een draad die een elektrisch apparaat verbindt met het lichtnet.
• omsnoert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsnoeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsnoeren. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsnoeren.
• snoer␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansnoeren. — w. Gebiedende wijs van aansnoeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansnoeren.
• snoerden — w. Meervoud verleden tijd van snoeren.
• snoerend — w. Onvoltooid deelwoord van snoeren.
• snoert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnoeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnoeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsnoeren.
• snoert␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insnoeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insnoeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van insnoeren.
• snoertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snoer.
• snoert␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsnoeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omsnoeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omsnoeren.
• vissnoer — n. Dun, transparant, stevig draad dat men gebruikt bij het vissen…

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.