Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  10  11  12  13  14  15  17  18  19  20  21

Er zijn 20 woorden bevattend met SCURS

basiscursus  basiscursusje  basiscursusjes  basiscursussen  discursief  inburgeringscursus  inburgeringscursusje  inburgeringscursusjes  inburgeringscursussen  opfriscursus  opfriscursusje  opfriscursusjes  opfriscursussen  overlevingscursus  overlevingscursusje  overlevingscursusjes  overlevingscursussen  trainerscursus  trainerscursussen  voetbaltrainerscursus

20 definities gevonden

• basiscursus — n. (Onderwijs) een lesprogramma om de beginselen van iets te leren.
• basiscursusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord basiscursus.
• basiscursusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord basiscursus.
• basiscursussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord basiscursus.
• discursief — bijv. Redenerend.
• inburgeringscursus — n. (Onderwijs) cursus voor immigranten om te helpen in te burgeren…
• inburgeringscursusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord inburgeringscursus.
• inburgeringscursusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord inburgeringscursus.
• inburgeringscursussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inburgeringscursus.
• opfriscursus — n. Vervolgcursus waarbij eerder opgedane kennis en vaardigheden…
• opfriscursusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opfriscursus.
• opfriscursusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opfriscursus.
• opfriscursussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opfriscursus.
• overlevingscursus — n. Cursus waarin men leert met weinig hulpmiddelen te overleven…
• overlevingscursusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overlevingscursus.
• overlevingscursusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overlevingscursus.
• overlevingscursussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overlevingscursus.
• trainerscursus — n. (Sport) (onderwijs) opleiding tot oefenmeester.
• trainerscursussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trainerscursus.
• voetbaltrainerscursus — n. (Voetbal) (onderwijs) opleiding tot oefenmeester voor voetballers.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 39 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 173 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 122 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: 9 woorden
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: 3 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.