Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 18 woorden bevattend met SLATEloslaten loslatend loslatende sla␣terneer sla␣terug thuislaten thuislatend translateer translateerde translateerden translateert translateren translaterend translaterende translateur translateurs translateurtje translateurtjes 29 definities gevonden- loslaten — w. Overgankelijk niet langer vasthouden. — w. Niet meer in bedwang houden. — w. Niet langer ergens emotioneel bij betrokken zijn.
- loslatend — w. Onvoltooid deelwoord van loslaten.
- loslatende — w. Verbogen vorm van loslatend, het onvoltooid deelwoord van loslaten.
- sla␣terneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan. — w. Gebiedende wijs van terneerslaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan.
- sla␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugslaan. — w. Gebiedende wijs van terugslaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugslaan.
- thuislaten — w. Iets ergens niet mee naartoe nemen. — w. Iemand ergens niet mee naartoe nemen.
- thuislatend — w. Onvoltooid deelwoord van thuislaten.
- translateer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van translateren. — w. Gebiedende wijs van translateren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van translateren.
- translateerde — w. Enkelvoud verleden tijd van translateren.
- translateerden — w. Meervoud verleden tijd van translateren.
- translateert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van translateren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van translateren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van translateren.
- translateren — w. Overgankelijk vertalen.
- translaterend — w. Onvoltooid deelwoord van translateren.
- translaterende — w. Verbogen vorm van translaterend, het onvoltooid deelwoord van translateren.
- translateur — n. (Verouderd) (beroep) iemand die translateert (vertaalt).
- translateurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord translateur.
- translateurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord translateur.
- translateurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord translateur.
Zie deze lijst voor:
|