Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 25 woorden bevattend met SLOOFsloof —— slooft —— afsloof sloof␣af sloofde sloofje —— afslooft sloofden sloofjes slooft␣af sloof␣uit uitsloof —— afsloofde huissloof sloofde␣af slooft␣uit uitslooft —— afsloofden sloofden␣af sloofde␣uit uitsloofde —— huissloofje sloofden␣uit uitsloofden —— huissloofjes 39 definities gevonden- sloof — n. Vrouw die hard werkt, zwoegster, ploeteraarster. — n. O voorschot. — n. Horizontale funderingsplaat van gewapend beton aangebracht…
- slooft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sloven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sloven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sloven.
- afsloof — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven.
- sloof␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven. — w. Gebiedende wijs van afsloven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven.
- sloofde — w. Enkelvoud verleden tijd van sloven.
- sloofje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sloof.
- afslooft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven.
- sloofden — w. Meervoud verleden tijd van sloven.
- sloofjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sloof.
- slooft␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsloven.
- sloof␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven. — w. Gebiedende wijs van uitsloven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven.
- uitsloof — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven.
- afsloofde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsloven.
- huissloof — n. Een slaafse huisvrouw; slaafje in het huishouden.
- sloofde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afsloven.
- slooft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsloven.
- uitslooft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsloven.
- afsloofden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afsloven.
- sloofden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afsloven.
- sloofde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitsloven.
- uitsloofde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsloven.
- huissloofje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord huissloof.
- sloofden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitsloven.
- uitsloofden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsloven.
- huissloofjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord huissloof.
|