|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12
Er zijn 23 woorden bevattend met STBAKnestbak nestbakje nestbakjes nestbakken orkestbak orkestbakje orkestbakjes orkestbakken postbak postbakje postbakjes postbakken roestbak roestbakje roestbakjes roestbakken vastbak vastbakken vastbakkend vastbakkende vastbakt vastbakte vastbakten 26 definities gevonden- nestbak — n. Door mens gemaakt bakje waarin een vogel zijn nest kan bouwen.
- nestbakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nestbak.
- nestbakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord nestbak.
- nestbakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nestbak.
- orkestbak — n. Bij een muzikale toneeluitvoering (opera, operette, musical)…
- orkestbakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord orkestbak.
- orkestbakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord orkestbak.
- orkestbakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord orkestbak.
- postbak — n. Bak waarin de post voor één persoon of organisatie gelegd kan worden. — n. Bak waarin voorgesorteerde post zit. — n. Plaats waar de postbode de post in kan doen.
- postbakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord postbak.
- postbakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord postbak.
- postbakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord postbak.
- roestbak — n. (Pejoratief) oude, versleten, aftandse en roestende auto die…
- roestbakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord roestbak.
- roestbakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord roestbak.
- roestbakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord roestbak.
- vastbak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbakken.
- vastbakken — w. Onovergankelijk door bakken (aan de pan) vast komen te zitten, aanbakken.
- vastbakkend — w. Onvoltooid deelwoord van vastbakken.
- vastbakkende — w. Verbogen vorm van vastbakkend, het onvoltooid deelwoord van vastbakken.
- vastbakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbakken.
- vastbakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vastbakken.
- vastbakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vastbakken.
| |