Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 18 woorden van negen letters bevattend met SPEELTaanspeelt bijspeelt meespeelt speelt␣aan speelt␣bij speeltijd speeltjes speelt␣mee speelt␣toe speeltuig speeltuin speelt␣uit speelt␣weg toespeelt uitspeelt verspeelt wegspeelt zinspeelt 41 definities gevonden- aanspeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspelen.
- bijspeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspelen.
- meespeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meespelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meespelen.
- speelt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanspelen.
- speelt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijspelen.
- speeltijd — n. De tijd dat men mag spelen op school. — n. De tijd dat een wedstrijd duurt, de tijd dat een speler in…
- speeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord speeltje.
- speelt␣mee — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meespelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meespelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meespelen.
- speelt␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toespelen.
- speeltuig — n. Apparaat waarmee men kan spelen.
- speeltuin — n. Een omheinde plek grond met speelobjecten voor kinderen.
- speelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspelen.
- speelt␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegspelen.
- toespeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespelen.
- uitspeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen.
- verspeelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verspelen.
- wegspeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegspelen.
- zinspeelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zinspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zinspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zinspelen.
|