Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zevende letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  7  8  9  10  11  13

Er zijn 22 woorden bevattend met SCHORE

afschoren  beschoren  gladgeschoren  jatschore  kaalschoren  nepschore  ongeschoren  opschoren  ragschore  schore  schorem  schoren  schoren␣af  schorend  schorende  schoren␣kaal  schoren␣op  schoren␣uit  schoren␣weg  schores  uitschoren  wegschoren

29 definities gevonden

• afschoren — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afscheren.
• beschoren — bijv. Dat geluk was hem niet beschoren: dat geluk had hij niet. — bijv. Een lang leven beschoren zijn: iets dat lang leeft of blijft bestaan.
• gladgeschoren — bijv. (Over het gelaat van een man) waarvan alle haren zijn verwijderd… — bijv. (Over een deel van de huid) waarvan alle haren zijn verwijderd… — bijv. (Over een heg) heel zorgvuldig en strak gesnoeid.
• jatschore — n. (Jiddisch-Hebreeuws) gestolen goed.
• kaalschoren — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van kaalscheren.
• nepschore — n. (Jiddisch-Hebreeuws) slechte, onbruikbare waar, die als goede…
• ongeschoren — bijv. Zonder dat lichaamsbeharing met een scheermes of scheermachine… — bijw. Zonder dat lichaamsbeharing met een scheermes of scheermachine…
• opschoren — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opscheren.
• ragschore — n. (Jiddisch-Hebreeuws) ondeugdelijke waar.
• schore — n. (Jiddisch-Hebreeuws) koopwaar.
• schorem — n. (Jiddisch-Hebreeuws) uitschot, schorriemorrie, lieden van laag allooi. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) leugens.
• schoren — w. Overgankelijk ondersteunen met een schoor. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schoor. — w. Meervoud verleden tijd van scheren.
• schoren␣af — w. Meervoud verleden tijd van afscheren.
• schorend — w. Onvoltooid deelwoord van schoren.
• schorende — w. Verbogen vorm van schorend, het onvoltooid deelwoord van schoren.
• schoren␣kaal — w. Meervoud verleden tijd van kaalscheren.
• schoren␣op — w. Meervoud verleden tijd van opscheren.
• schoren␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitscheren.
• schoren␣weg — w. Meervoud verleden tijd van wegscheren.
• schores — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schore.
• uitschoren — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitscheren.
• wegschoren — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van wegscheren.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 1 woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 79 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.