Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 18 19 20
Er zijn 25 woorden bevattend met SEMBLEensemble —— assemblee Assemblee assembler ensembles —— assembleer assemblees assemblers —— assembleert assembleren ensembletje —— Assembleelid assembleerde assemblerend ensembletjes —— assembleerden assemblerende —— Assembleeleden muziekensemble —— muziekensembles —— Assembleecommissie —— Assembleecommissies Assembleevoorzitter —— Assembleevergadering Assembleevoorzitters 31 definities gevonden- ensemble — n. Toneelgezelschap of muziekgezelschap. — n. Muziekstuk of deel daarvan, voor samenspel van verschillende… — n. Aantal bij elkaar passende kledingstukken.
- assemblee — n. Vergadering in het bijzonder.
- Assemblee — n. (Politiek) vergadering van afgevaardigden; algemene vergadering.
- assembler — n. Lagere programmeertaal die dicht bij de machinetaal staat.
- ensembles — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ensemble.
- assembleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. Gebiedende wijs van assembleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren.
- assemblees — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assemblee.
- assemblers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assembler.
- assembleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van assembleren.
- assembleren — w. Bouwen of maken door onderdelen samen te voegen of te monteren.
- ensembletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ensemble.
- Assembleelid — n. (Politiek) iemand die lid is van een parlement of algemene vergadering.
- assembleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van assembleren.
- assemblerend — w. Onvoltooid deelwoord van assembleren.
- ensembletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ensemble.
- assembleerden — w. Meervoud verleden tijd van assembleren.
- assemblerende — w. Verbogen vorm van assemblerend, het onvoltooid deelwoord van assembleren.
- Assembleeleden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Assembleelid.
- muziekensemble — n. (Muziek) ensemble (gezelschap) om muziek te produceren.
- muziekensembles — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord muziekensemble.
- Assembleecommissie — n. (Politiek) groep leden van een algemene vergadering met een afgebakende taak.
- Assembleecommissies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Assembleecommissie.
- Assembleevoorzitter — n. (Politiek) iemand die een vergadering van een parlement of…
- Assembleevergadering — n. (Politiek) bijeenkomst van een parlement of algemene vergadering.
- Assembleevoorzitters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Assembleevoorzitter.
Zie deze lijst voor:
|