Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 12 14 15 16 17 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met SKANSEaartskanselier aartskanseliers aartskanseliertje aartskanseliertjes bondskanselier bondskanselieren bondskanseliers bondskanselierschap bondskanseliertje bondskanseliertjes genezingskansen huwelijkskansen ontplooiingskansen oud-bondskanselier oud-bondskanselieren oud-bondskanseliers overlevingskansen overlijdenskansen rijkskanselier rijkskanselieren rijkskanseliers scoringskansen vredeskansen 25 definities gevonden- aartskanselier — n. (Rooms-Katholieke Kerk) grootkanselier van het pauselijk hof.
- aartskanseliers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aartskanselier.
- aartskanseliertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aartskanselier.
- aartskanseliertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aartskanselier.
- bondskanselier — n. (Regering) Hoofd van de regering in de Bondsrepubliek Duitsland…
- bondskanselieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bondskanselier.
- bondskanseliers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bondskanselier.
- bondskanselierschap — n. (Politiek) de functie van regeringsleider in Duitsland of Oostenrijk. — n. (Beroep) ambtelijk hoofd van de bondskanselarij in Zwitserland.
- bondskanseliertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bondskanselier.
- bondskanseliertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bondskanselier.
- genezingskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord genezingskans.
- huwelijkskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huwelijkskans.
- ontplooiingskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ontplooiingskans.
- oud-bondskanselier — n. Voormalig bondskanselier.
- oud-bondskanselieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oud-bondskanselier.
- oud-bondskanseliers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oud-bondskanselier.
- overlevingskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overlevingskans.
- overlijdenskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overlijdenskans.
- rijkskanselier — n. Hoogste regeringsambtenaar. — n. (Politiek) (geschiedenis) tussen 1871 en 1946 de titel van…
- rijkskanselieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rijkskanselier.
- rijkskanseliers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rijkskanselier.
- scoringskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scoringskans.
- vredeskansen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vredeskans.
|