Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12
Er zijn 22 woorden bevattend met STPUNTherfstpunt herfstpunten oostpunt oostpunten oostpuntje oostpuntjes rustpunt rustpunten rustpuntje rustpuntjes twistpunt twistpunten twistpuntje twistpuntjes westpunt westpunten westpuntje westpuntjes winstpunt winstpunten winstpuntje winstpuntjes 26 definities gevonden- herfstpunt — n. (Astronomie)het moment dat de zon het denkbeeldige vlak van…
- herfstpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord herfstpunt.
- oostpunt — n. Punt aan de horizon waar de zon op 21 maart en 22 september opkomt. — n. Meest oostelijke uiteinde.
- oostpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oostpunt.
- oostpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oostpunt.
- oostpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oostpunt.
- rustpunt — n. Plaats waar of moment waarop men rust neemt. — n. (Bouwkunde) punt waarop iets rust of steunt, steunpunt.
- rustpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rustpunt.
- rustpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rustpunt.
- rustpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rustpunt.
- twistpunt — n. Punt waarover getwist wordt.
- twistpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord twistpunt.
- twistpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord twistpunt.
- twistpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord twistpunt.
- westpunt — n. M punt aan de horizon waar de zon op 21 maart en 22 september ondergaat. — n. O meest westelijke uiteinde.
- westpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord westpunt.
- westpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord westpunt.
- westpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord westpunt.
- winstpunt — n. Wedstrijdpunt. — n. Voordeel, pluspunt.
- winstpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winstpunt.
- winstpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winstpunt.
- winstpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord winstpunt.
|