Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 15 16
Er zijn 23 woorden bevattend met STREKTstrekt —— strekte —— gestrekt lostrekt strekten —— gestrekte strekt␣uit uitstrekt verstrekt volstrekt —— gestrekten langstrekt strekte␣uit uitstrekte verstrekte volstrekte —— strekten␣uit uitgestrekt uitstrekten verstrekten volstrekten —— uitgestrektheid —— uitgestrektheden 34 definities gevonden- strekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van strekken.
- strekte — w. Enkelvoud verleden tijd van strekken.
- gestrekt — bijv. Rechter gemaakt, niet gebogen.
- lostrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lostrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lostrekken.
- strekten — w. Meervoud verleden tijd van strekken.
- gestrekte — n. Zij die languit liggen.
- strekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstrekken.
- uitstrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken.
- verstrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verstrekken.
- volstrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volstrekken.
- gestrekten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gestrekte.
- langstrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langstrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langstrekken.
- strekte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitstrekken.
- uitstrekte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstrekken.
- verstrekte — w. Enkelvoud verleden tijd van verstrekken.
- volstrekte — w. Enkelvoud verleden tijd van volstrekken.
- strekten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitstrekken.
- uitgestrekt — bijv. In tijd of plaats zeer uitgebreid, met een groot oppervlakte…
- uitstrekten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstrekken.
- verstrekten — w. Meervoud verleden tijd van verstrekken.
- volstrekten — w. Meervoud verleden tijd van volstrekken.
- uitgestrektheid — n. Grote oppervlakte, grote omvang.
- uitgestrektheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitgestrektheid.
|