Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een achtste letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat79101112131617


Er zijn 18 woorden bevattend met SCHEERT

afscheertgekscheerthapscheertjehapscheertjeskaalscheertkrabbenscheertjekrabbenscheertjesopscheertscheertscheert␣afscheertjescheertjesscheert␣kaalscheert␣opscheert␣uitscheert␣weguitscheertwegscheert

37 definities gevonden

  • afscheert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren.
  • gekscheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gekscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gekscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gekscheren.
  • hapscheertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hapscheer.
  • hapscheertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hapscheer.
  • kaalscheert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalscheren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalscheren.
  • krabbenscheertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord krabbenscheer.
  • krabbenscheertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord krabbenscheer.
  • opscheert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren.
  • scheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van scheren.
  • scheert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afscheren.
  • scheertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord scheer.
  • scheertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord scheer.
  • scheert␣kaal — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaalscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kaalscheren.
  • scheert␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opscheren.
  • scheert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitscheren.
  • scheert␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegscheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegscheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegscheren.
  • uitscheert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitscheren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitscheren.
  • wegscheert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegscheren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegscheren.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.