Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 13 14
Er zijn 18 woorden bevattend met SCHIJNTbeschijnt doorschijnt maneschijntje maneschijntjes ogenschijntje ogenschijntjes schijnt schijnt␣door schijntje schijntjes schijn␣toe schijnt␣toe schijnt␣uit toeschijnt uitschijnt verschijnt weerschijnt zonneschijntje 39 definities gevonden- beschijnt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschijnen.
- doorschijnt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschijnen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschijnen.
- maneschijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord maneschijn.
- maneschijntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord maneschijn.
- ogenschijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ogenschijn.
- ogenschijntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ogenschijn.
- schijnt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schijnen.
- schijnt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorschijnen.
- schijntje — n. Een (te) klein bedrag. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schijn.
- schijntjes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schijntje. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schijn.
- schijn␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen. — w. Gebiedende wijs van toeschijnen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen.
- schijnt␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toeschijnen.
- schijnt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschijnen.
- toeschijnt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen.
- uitschijnt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen.
- verschijnt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschijnen.
- weerschijnt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerschijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerschijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerschijnen.
- zonneschijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zonneschijn.
|