|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 21 woorden bevattend met SCHUIMEafschuimen afschuimend afschuimende meerschuimen piepschuimen schuimen schuimen␣af schuimend schuimende schuimer schuimers schuimertje schuimertjes tafelschuimer tafelschuimers tafelschuimertje tafelschuimertjes zeeschuimen zeeschuimer zeeschuimerij zeeschuimers 23 definities gevonden- afschuimen — w. (Kookkunst) schuim van een bouillon afhalen met een schuimspaan…
- afschuimend — w. Onvoltooid deelwoord van afschuimen.
- afschuimende — w. Verbogen vorm van afschuimend, het onvoltooid deelwoord van afschuimen.
- meerschuimen — bijv. Van meerschuim vervaardigd.
- piepschuimen — bijv. Gemaakt van piepschuim.
- schuimen — w. Inergatief gasbellen voortbrengen op het grensvlak van een… — w. Overgankelijk van schuim ontdoen.
- schuimen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afschuimen.
- schuimend — w. Onvoltooid deelwoord van schuimen. — bijv. Met veel schuim.
- schuimende — w. Verbogen vorm van schuimend, het onvoltooid deelwoord van schuimen.
- schuimer — n. Iemand die schuimt d.w.z. een parasiet, rover of plunderaar.
- schuimers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schuimer.
- schuimertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schuimer.
- schuimertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schuimer.
- tafelschuimer — n. Iemand die van een restaurant wegloopt zonder de rekening te betalen.
- tafelschuimers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelschuimer.
- tafelschuimertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tafelschuimer.
- tafelschuimertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelschuimer.
- zeeschuimen — w. De bezigheid van een zeeschuimer.
- zeeschuimer — n. (Beroep), (scheepvaart) iemand die de zeeën bevaart om andere…
- zeeschuimerij — n. (Scheepvaart) het zich wederrechtelijk toe-eigenen van schepen op zee.
- zeeschuimers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeeschuimer.
| |