Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 11 12 13 14 15 16
Er zijn 24 woorden bevattend met SSIFICEclassificeer classificeerde classificeerden classificeerder classificeerders classificeert classificeren classificerend classificerende classificering classificeringen massificeer massificeerde massificeerden massificeert massificeren massificerend russificeer russificeerde russificeerden russificeert russificeren russificerend russificerende 39 definities gevonden- classificeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van classificeren. — w. Gebiedende wijs van classificeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van classificeren.
- classificeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van classificeren.
- classificeerden — w. Meervoud verleden tijd van classificeren.
- classificeerder — n. Iets wat dient om iets anders nader te specificeren. — n. (Eufemisme) (beroep) ingehuurde losse arbeider die allerlei…
- classificeerders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord classificeerder.
- classificeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van classificeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van classificeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van classificeren.
- classificeren — w. Overgankelijk in klassen rangschikken.
- classificerend — w. Onvoltooid deelwoord van classificeren.
- classificerende — w. Verbogen vorm van classificerend, het onvoltooid deelwoord van classificeren.
- classificering — n. Het verdelen van zaken in groepen met gemeenschappelijke eigenschappen. — n. Het bepalen dat iets of iemand tot een bepaalde groep behoort.
- classificeringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord classificering.
- massificeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van massificeren. — w. Gebiedende wijs van massificeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van massificeren.
- massificeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van massificeren.
- massificeerden — w. Meervoud verleden tijd van massificeren.
- massificeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van massificeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van massificeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van massificeren.
- massificeren — w. Onovergankelijk worden tot een massa. — w. Overgankelijk maken tot een massa.
- massificerend — w. Onvoltooid deelwoord van massificeren.
- russificeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van russificeren. — w. Gebiedende wijs van russificeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van russificeren.
- russificeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van russificeren.
- russificeerden — w. Meervoud verleden tijd van russificeren.
- russificeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van russificeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van russificeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van russificeren.
- russificeren — w. Russisch maken.
- russificerend — w. Onvoltooid deelwoord van russificeren.
- russificerende — w. Verbogen vorm van russificerend, het onvoltooid deelwoord van russificeren.
|