Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met STOERISabortustoerisme bedevaartstoerisme bijstandstoerisme dagjestoerist dagjestoeristen dagjestoeristje dagjestoeristjes drugstoerisme drugstoerist drugstoeristen drugstoeristje drugstoeristjes eendagstoerisme eendagstoerist eendagstoeristen fietstoerisme fietstoerist fietstoeristen fietstoeristje fietstoeristjes gezondheidstoerisme ijstoerisme uitkeringstoerisme 23 definities gevonden- abortustoerisme — n. Het zich naar een ander land begeven om een abortus te laten uitvoeren.
- bedevaartstoerisme — n. Vorm van toerisme waarbij pelgrims op bedevaart gaan naar een bedevaartsoord.
- bijstandstoerisme — n. (Pejoratief) het verhuizen naar gemeenten waar de bijstandsregeling…
- dagjestoerist — n. (Toerisme) persoon die een reis van een dag onderneemt.
- dagjestoeristen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dagjestoerist.
- dagjestoeristje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dagjestoerist.
- dagjestoeristjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dagjestoerist.
- drugstoerisme — n. Het reizen naar een ander land van een drugstoerist om daar drugs te kopen.
- drugstoerist — n. Iemand die naar een plek reist om daar drugs te kopen en gebruiken.
- drugstoeristen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord drugstoerist.
- drugstoeristje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord drugstoerist.
- drugstoeristjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord drugstoerist.
- eendagstoerisme — n. Toerisme dat zich tot slechts één dag beperkt.
- eendagstoerist — n. (Toerisme) dagrecreant.
- eendagstoeristen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eendagstoerist.
- fietstoerisme — n. (Sport) toerisme op de fiets.
- fietstoerist — n. Beoefenaar van fietstoerisme.
- fietstoeristen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietstoerist.
- fietstoeristje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietstoerist.
- fietstoeristjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fietstoerist.
- gezondheidstoerisme — n. Het bezoeken van plaatsen en/of gebieden buiten het eigen woongebied…
- ijstoerisme — n. (Sport) toerisme waarbij men deelneemt aan schaatsevenementen.
- uitkeringstoerisme — n. Het verhuizen naar gemeenten of landen waar de bijstandsuitkeringen…
|