Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een tiende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden bevattend met SAMENSTELeiwitsamenstelling eiwitsamenstellingen muzieksamensteller muzieksamenstellers muzieksamenstellertje samenstel samenstelde samenstelden samenstellen samenstellend samenstellende samensteller samenstellers samenstellertje samenstellertjes samenstelletje samenstelletjes samenstelling samenstellingen samenstellinkje samenstellinkjes samenstelt 29 definities gevonden- eiwitsamenstelling — n. (Voeding) mate waarin verschillende proteïnen aanwezig zijn (in voedsel). — n. (Biologie) mate waarin verschillende proteïnen aanwezig zijn… — n. (Scheikunde) de volgorde van de aminozuren waaruit een proteïne…
- eiwitsamenstellingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eiwitsamenstelling.
- muzieksamensteller — n. Iemand de muziek samenstelt.
- muzieksamenstellers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord muzieksamensteller.
- muzieksamenstellertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord muzieksamensteller.
- samenstel — n. Uit delen gevormd geheel. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen.
- samenstelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenstellen.
- samenstelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van samenstellen.
- samenstellen — w. Overgankelijk meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstel.
- samenstellend — w. Onvoltooid deelwoord van samenstellen. — bijv. Een deel uitmaken van en een bijdrage leveren aan een groter geheel.
- samenstellende — w. Verbogen vorm van samenstellend, het onvoltooid deelwoord van samenstellen.
- samensteller — n. (Beroep) iemand die iets samen stelt.
- samenstellers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samensteller.
- samenstellertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord samensteller.
- samenstellertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord samensteller.
- samenstelletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord samenstel.
- samenstelletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstel.
- samenstelling — n. De onderdelen waaruit iets bestaat. — n. (Taalkunde) een woord dat gevormd is door twee of meer onafhankelijke…
- samenstellingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstelling.
- samenstellinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord samenstelling.
- samenstellinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstelling.
- samenstelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen.
|