|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van negen letters bevattend met TBUflatbuurt gietbuien jachtbuit maakt␣buit naftbusje pestbuien postbusje proestbui rechtbuig uitbuigen uitbuiken uitbuikte uitbuiten uitbuiter uitbuitte uitbundig uitburger vetbuiken vetbuikje vetbulten vetbultje zet␣buiten 27 definities gevonden- flatbuurt — n. Een gedeelte van een stad of dorp met veel hoogbouw.
- gietbuien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gietbui.
- jachtbuit — n. Datgene wat men op een jachtpartij gevangen of gedood heeft.
- maakt␣buit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van buitmaken.
- naftbusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord naftbus.
- pestbuien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pestbui.
- postbusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord postbus.
- proestbui — n. Een luide, plotselinge, halfonderdruke lachbui.
- rechtbuig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbuigen.
- uitbuigen — w. Onovergankelijk naar buiten gebogen worden. — w. Overgankelijk naar buiten buigen.
- uitbuiken — w. Na de maaltijd even rust nemen.
- uitbuikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbuiken.
- uitbuiten — w. Overgankelijk op nietsonziende wijze zijn voordeel doen van…
- uitbuiter — n. Iemand die misbruik maakt van iemand.
- uitbuitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbuiten.
- uitbundig — bijv. Het gewone of de maat overschrijdend, buitensporig, bovenmatig. — bijv. Op drukke, opgewonden wijze gevoelens uitend. — bijw. In ruime mate.
- uitburger — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitburgeren.
- vetbuiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vetbuik.
- vetbuikje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vetbuik.
- vetbulten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vetbult.
- vetbultje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vetbult.
- zet␣buiten — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenzetten#gebiedende wijs…
Zie deze lijst voor:
| |